Ik kom voor het eerst in deze bovenbouwgroep. Er is in de klas soms onrust en vooral in vrije situaties gebeuren er regelmatig vervelende dingen tussen kinderen onderling. Na een introductie van de systemische wetmatigheden, mogen alle kinderen een poppetje kiezen en voorzien van hun naam. De kinderen zitten in een kring, op volgorde van leeftijd. Dat brengt vaak al rust. Het groene veld op tafel is de klas van gevoel. Zo meteen mag iedereen zijn poppetje hierin een plekje geven. Eerst mag de juf, daarna het oudste kind en dan de rest. Als alle poppetjes een plek hebben in de klas van gevoel, gaan we samen kijken naar wat er te zien is. “Wat zie je?” De kinderen benoemen dat er veel kinderen bij elkaar staan, maar er staat ook een poppetje alleen. Het poppetje is van Ewout.
Ewout krijgt de beurt. Hij vertelt dat zijn poppetje daar een beetje eenzaam is en rondkijkt met wie hij kan spelen. Het voelt daar niet zo fijn, alsof hij er niet bij hoort. Hij kiest een verdrietige picto om bij zijn poppetje te leggen. Ik vraag aan verschillende kinderen of zij dit wisten over hem. De meesten wisten het niet. “Klopt het ook dat hij er niet bij hoort?” Veel kinderen schudden hun hoofd. “Wie wil tegen Ewout zeggen dat hij er ook bij hoort?” Dat willen veel kinderen wel zeggen. Verschillende kinderen spreken de helende zin: “Jij hoort erbij” uit. Het gezicht van Ewout klaart op. De verdrietige picto mag weer weg. Ook zet hij zijn poppetje dichtbij een ander groepje.
Dan mag Rena laten zien hoe zij zich voelt. Zij vertelt dat ze vaak bang is voor de boosheid van sommige kinderen. In hun klas zijn een paar kinderen die zomaar heel erg boos kunnen worden en dat is best eng. Veel kinderen herkennen dit en knikken. Rena kiest een rood groot rondje als symbool voor de boosheid waar ze bang van wordt en legt dit in het veld. Het blijft even helemaal stil.
Dan steekt Bjorn zijn vinger op. Hij vertelt dat hij met ‘boze hersenen’ geboren is en dat hij door zijn boosheid al veel vrienden is kwijtgeraakt. Hij is erg bang dat dit weer gebeurt. Hij wil niet zo boos zijn, maar het gebeurt wel vaak. “Mijn hart huilt ervan”, zegt hij. Ik vraag hoe hij het liever zou willen. Hij kan er moeilijk woorden aan geven. Ik vraag hem naar de tafel te komen om te kijken of daar iets ligt wat erbij past. Hij kiest een symbool met twee uitgestoken handjes en staat er wat ongemakkelijk mee in zijn handen. Ik vraag hem om aan de klas te laten zien en te vertellen wat hij gekozen heeft. Hij laat het symbooltje zien en vertelt dat de handjes betekenen dat hij graag leuk wil spelen. Ik vraag wie wel het andere handje wil zijn als Bjorn zijn hand uitsteekt. Veel kinderen willen dit wel. Bjorn kijkt verbaasd rond hoeveel kinderen hun vinger opsteken. Opgelucht legt hij het symbooltje bij zijn poppetje.
Ella vertelt dat zij de boosheid herkent en dat zij dit ook heeft. Zij heeft veel familieleden verloren. Daar is ze thuis verdrietig over. Ze denkt er veel aan. Op school reageert ze zich soms af op andere kinderen. Ze mag vertellen over wie zij verloren heeft, de klas luistert aandachtig. Zij zoekt een mooie edelsteen uit, als krachtbron. Ze houdt de steen een tijdje vast en legt hem dan bij haar poppetje. Daarna delen meerdere kinderen iets persoonlijks over het verlies van een dierbare. Ook zij zoeken stenen of symbolen uit om bij hun poppetje te leggen.
En zoals dat dan gaat op een schooldag, is zomaar opeens de tijd bijna voorbij. Ook al is er nog veel te zien en te doen, het moet wachten tot een volgende keer. Juf mag nog een symbooltje kiezen voor de klas. Ze kiest het zonnetje, omdat er tussen alle donderwolkjes door, toch heel veel gezelligheid is. Wat een kanjers, deze kinderen! Zo open, zo ondersteunend en begripvol naar elkaar. Zoveel gedeeld in korte tijd.
Kinderen nemen zoveel mee de klas in, onzichtbaar, maar wel voelbaar. Het uit zich in boosheid, angst, pesten, moeite met concentreren, ruzies op het schoolplein. Als dan zichtbaar wordt wat er eigenlijk ècht aan de hand is, komt er ruimte. Ruimte om de ander beter te begrijpen, ruimte om jezelf beter te begrijpen. Herkenning en opluchting, als je merkt dat je niet de enige bent. Steun, soms uit onverwachte hoeken. Helend, in vele opzichten.
Zichtbaar maken wat onder de oppervlakte speelt, prachtig werk!
* Namen zijn aangepast i.v.m. privacy